Biest, “superfood” voor pasgeboren biggen

22 oktober 2024

Artikel Bigvitaliteit

Het verminderen van de biggensterfte in het kraamhok is een belangrijke doelstelling in de zeugenhouderij. Opname van voldoende, kwaliteitsvolle biest door de pasgeboren biggen is een eerste belangrijke vereiste om deze doelstelling te bereiken. In dit artikel krijgt u meer informatie over de functies van biest en de biestbehoefte van biggen. Daarnaast krijgt u ook enkele nuttige tips om de biestopname te verbeteren.

2024_Artikel1_Biest_Hoofdafbeelding_BronCeva

Biest, bron van energie

Pasgeboren biggen hebben veel energie nodig om hun lichaamstemperatuur te handhaven en voor verschillende fysieke activiteiten zoals beweging, zogen en de concurrentie met toomgenoten om een plek aan de uier. Omdat biggen geboren worden met beperkte energiereserves, moeten de reserves na de geboorte zo snel mogelijk aangevuld worden door biest te drinken. De bigoverleving is sterk afhankelijk van de biestopname tijdens de eerste levensuren. (1,2)

 

Biest, bron van afweerstoffen

Omdat de placenta van de zeug zo is opgebouwd dat er tijdens de dracht geen afweerstoffen worden doorgegeven van de zeug naar de ongeboren biggen en omdat het afweersysteem van pasgeboren biggen nog niet volledig functioneel is, zijn biggen tijdens de eerste levensdagen afhankelijk van afweerstoffen die ze via de biest opnemen. Deze afweerstoffen beschermen de biggen tegen ziekte. Voor een optimale bescherming, is het essentieel dat de biggen voldoende biest consumeren, bij voorkeur van hun eigen moeder. (3)

Een effectieve strategie om de kwaliteit van de biest te verbeteren en de biggen gedurende de eerste levensweken te beschermen tegen ziektes, is zeugenvaccinatie. (4)

 

Biest, bron van groeifactoren

Biest is niet alleen bron van energie en afweerstoffen, maar bevat ook groeifactoren die de ontwikkeling van het maagdarmstelsel stimuleren. (5)

 

Hoeveel biest heeft een big nodig?

Studies wijzen uit dat het risico op sterfte significant hoger is bij biggen die minder dan 200 gram biest consumeren. Om de overlevingskansen van de biggen te maximaliseren, lijkt het essentieel dat elke big minimaal 200 gram biest opneemt of een hoeveelheid biest equivalent aan 180 gram per kilogram geboortegewicht. (2,6)

Wanneer men niet alleen kijkt naar overleving, maar ook naar de prestaties van de biggen, wordt een gemiddelde biestopname van ongeveer 250 gram per big aanbevolen. Dergelijke biestopname draagt bij aan een goede gewichtstoename en optimaliseert de productiecijfers gedurende de eerste 6 levensweken. (1,7)

Om ervoor te zorgen dat alle biggen voldoende biest kunnen opnemen, dient een zeug met 16 biggen dus minstens 4 kg biest te produceren en moet deze biest bovendien gelijkmatig verdeeld worden over alle biggen. (6,8) De hoeveelheid geproduceerde biest verschilt aanzienlijk van zeug tot zeug. Gemiddeld produceert een zeug tussen de 3 en 4 kg biest, maar individuele producties kunnen variëren van 0,5 tot 8 kg. (9)

 

Tips voor een betere biestopname

Zowel de factoren die betrekking hebben op de zeug als op de big zijn cruciaal voor het optimaliseren van de biestopname. Zeugen dienen voldoende biest te produceren, met een hoog gehalte aan afweerstoffen. Bovendien is het essentieel dat alle biggen, ongeacht of ze als eerste of als laatste geboren zijn, en ongeacht hun grootte, voldoende biest consumeren.

De kwaliteit van de biest daalt snel na het begin van het geboorteproces, waarbij het gehalte aan afweerstoffen binnen zes uur halveert. Het is dus van cruciaal belang dat biggen zo snel mogelijk na de geboorte biest opnemen. (10,1)

 

Enkele tips die bijdragen aan een betere biestopname:

  • Vermijd stress tijdens het werpen.

    Zorg voor rust in de kraamstal gedurende het werpproces en verplaats de zeugen een week voor de verwachte werpdatum naar de kraamstal. Deze aanpak biedt de zeugen de mogelijkheid om te wennen aan de nieuwe omgeving en minimaliseert stress tijdens het werpen. (11)

  • Voorzie een transitievoeder rond het werpen.

    Het wordt aangeraden om zeugen een aangepast overgangsvoer te geven rond het werpen. Dit vergemakkelijkt de overgang van drachtvoer naar lactatievoer, voorkomt obstipatie en bevordert de vitaliteit van de biggen.

  • Zorg ervoor dat de zeugen in goede conditie verkeren bij het werpen.

    Zeugen die een optimale lichaamsconditie hebben, produceren meer biest dan zeugen die te zwaar of te mager zijn.

  • Zorg voor een optimale hygiëne in de kraamstal.

    Een schone, gedesinfecteerde en droge kraamstal is essentieel om de kans op infecties te verminderen.

  • Zorg ervoor dat de biggen zo min mogelijk energie verliezen.

    Biggen moeten direct na de geboorte opdrogen en warm gehouden worden. Door de biggennesten te behandelen met een drogend poeder en de biggen onder een warmtelamp te plaatsen, worden de energieverliezen beperkt. Dit resulteert in een betere biestopname.

  • Houd toezicht tijdens het werpen.

    Plaats de biggen aan de uier en bied indien nodig assistentie tijdens het werpproces.

 

Bronnen

  • Ferrari et al. (2014). Prev. Vet. Med. 114:259 – 266.
  • Decaluwé, et al. (2014). 162:185 – 192.
  • Bandrick et al. (2011). Vet. Rec. 168(4):100. doi: 10.1136/vr.c6163.
  • Declerck et al. (2016). J Anim. Sci., 94:1633-1643.
  • Hurley & Theil (2011). Nutrients. 3:442 – 474.
  • Hasan et al. (2019). Livestock Science, 227: 60 – 67.
  • Vallet et al. (2015). J Anim. Sci. 93:2722 – 2729.
  • Declerck et al. (2015). J Anim. Sci., 93:1309-1317.
  • De Smet & Decaluwé (2015). Management & Techniek, 4, 47-49.
  • Devillers, et al. (2011). Animal. 5: 1605 – 1612.
  • Papadopoulos et al. (2010). Vet J, 184: 167-171.

Gerelateerde artikelen

Alles bekijken
Speengewicht big heeft grote invloed op latere prestaties
Meer weten

Blijf op de hoogte

Laat uw gegevens achter en blijf op de hoogte met onze email update.