Goede vaccinatiepraktijken

Hoe haal je het maximum uit vaccinaties?
Onze tips voor goede vaccinatiepraktijken

Vaccinatie is een van de meest effectieve manieren om varkens gezond te houden. De werkzaamheid van vaccins hangt niet alleen af van de kwaliteit van het product, maar ook van de manier waarop vaccins worden bewaard, voorbereid en toegediend. Zelfs het beste vaccin werkt niet goed als er niet op de juiste manier mee wordt omgegaan. Om het maximale uit elke vaccindosis te halen, is aandacht voor elk detail essentieel, vanaf de bewaring tot de daadwerkelijke injectie.

Vaccins zijn gevoelige biologische producten die gemakkelijk hun effectiviteit kunnen verliezen als ze onder de verkeerde omstandigheden worden bewaard.

Hou daarom rekening met volgende tips:         

  • Respecteer de voorgeschreven bewaarcondities: Bewaar vaccins volgens de bewaarcondities die vermeld zijn op de bijsluiter. De meeste varkensvaccins moeten bewaard worden tussen 2°C en 8°C. Temperaturen buiten dit bereik kunnen de actieve componenten en bijgevolg de werkzaamheid van het vaccin aantasten.
  • Voorkom bevriezen: Door bevriezing kan de werkzaamheid van een vaccin  verloren gaan. Plaats vaccins daarom nooit tegen de wanden van de koelkast.
  • Vermijd temperatuurschommelingen: Gebruik de koelkast uitsluitend voor de bewaring van vaccins en bewaar ze niet in dezelfde koelkast als waar ook voedsel of dranken worden bewaard. In koelkasten die vaak worden geopend treden er temperatuurschommelingen op die de werkzaamheid van het vaccin kunnen verminderen. Bewaar vaccins om diezelfde reden centraal in de koelkast en niet in het deurcompartiment. Zorg ook voor voldoende ruimte tussen de dozen, zodat er een goede luchtcirculatie tussen de dozen is. Plaats plastic flessen met oplosmiddel in het deurcompartiment en op de bovenste en onderste legplanken van de koelkast om temperatuurschommelingen te beperken.
  • Monitor de temperatuur: Installeer een digitale thermometer met een datalogger of een minimum-maximum thermometer om de temperatuur te controleren en temperatuurschommelingen te registreren.
  • Controleer de vervaldatums: Gebruik vaccins altijd vóór de vervaldatum en gebruik de oudste vaccins eerst.
  • Vermijd direct zonlicht: Direct zonlicht kan vaccins vernietigen. Bewaar vaccins steeds in de originele verpakking en beschermd van direct zonlicht.

FigKoelkast

Aandachtspunten bij het bewaren van vaccins op het varkensbedrijf

Een goede voorbereiding is het halve werk, ook bij het vaccineren. Tijdens de voorbereiding wordt alles gecontroleerd en in gereedheid gebracht voor de eigenlijke vaccinatie. Een goede voorbereiding helpt fouten bij de eigenlijke vaccinatie te voorkomen.

Hou rekening met volgende tips:

  • Bepaal het aantal te vaccineren dieren: Zo zorg je ervoor dat een correct aantal vaccindoseringen worden voorbereid. Niet te veel om verspilling te vermijden en niet te weinig om het vaccinatieproces te moeten onderbreken. 
  • Controleer de gezondheidstoestand van de te vaccineren dieren: Vaccineer geen zieke dieren. Een dier dat al ziek is, zal minder goed reageren op de vaccinatie, wat leidt tot een minder goede immuniteitsopbouw. Dit geldt in het bijzonder voor ziekten die het afweersysteem verzwakken zoals virale infecties met PRRS of PCV2.
  • Controleer de vaccinatieapparatuur: Inspecteer alle materiaal dat nodig is voor het toedienen van het vaccin zoals spuiten, injectienaalden, enz. Gebruik steeds materiaal dat schoon en steriel is. Zorg ervoor dat de materialen uitsluitend voor vaccinatie worden gebruikt; zo voorkomen we contact met andere producten die de werkzaamheid van het vaccin kunnen beïnvloeden. Controleer of de injectiespuiten de juiste dosis leveren en gebruik nieuwe injectienaalden met afmetingen aangepast aan de leeftijd van de te vaccineren dieren. Gebruik per toom of om de 15-20 varkens een nieuwe injectienaald.
  • Lees de instructies voor gebruik in de bijsluiter: Elk vaccin is verschillend. Volg steeds de aanbevelingen in de bijsluiter betreffende dosering, toedieningswijze en mogelijkheid tot mengen met andere producten. Meng geen vaccins met elkaar, tenzij dit expliciet is vermeld in de bijsluiter.
  • Vaccin voorbereiding en opwarming: Haal het juiste aantal vaccindoseringen tijdig uit de koelkast en warm het vaccin op tot kamertemperatuur. Dit vermindert pijn en entreacties. Het wordt aanbevolen om de vaccins direct vóór de vaccinatie op te warmen door ze 40 minuten tot 1 uur vooraf uit de koelkast te halen. Dompel ze daarna maximaal 10 minuten onder in een waterbad van 25 tot 30 °C. Gebruik een thermometer om de temperatuur te controleren, want een te hoge temperatuur van het warmwaterbad kan het vaccin kapot maken. Warm niet meer doseringen op als er nodig zijn. Zodra vaccins zijn opgewarmd, moeten ze worden gebruikt.
  • Oplossen van vaccins: Sommige vaccins moeten opgelost worden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan levend verzwakte PRRS vaccins. Gebruik daarbij steeds een steriele transfernaald. Als het oplosmiddel in de koelkast wordt bewaard, warm de vloeistof dan vooraf op zoals hierboven beschreven.
  • Schud het vaccin indien nodig: Sommige vaccins moeten vooraf geschud worden om ervoor te zorgen dat men een uniforme suspensie bekomt

 

TabelNaaldlengte

Aanbevolen afmetingen van de injectienaalden voor het intramusculair toedienen van vaccins, in functie van de leeftijd van het varken (Bron: Varkensloket België)

FigOpwarmen

Opwarmen van vaccins tot kamertemperatuur

 

Het tijdstip waarop het vaccin wordt toegediend is bepalend voor het succes.

Hieronder enkele richtlijnen om rekening mee te houden:

  • Vaccineer tijdig, zodat er bescherming is opgebouwd voordat de infectie plaatsvindt: Na de injectie van een vaccin moet het immuunsysteem het vaccin als het ware ‘verwerken’ en wordt er een beschermende immuniteit opgebouwd. Afhankelijk van het vaccin duurt dit proces vaak 2 tot 3 weken. Pas daarna zijn dieren beschermd. Het is dus belangrijk dat er voldoende tijd is tussen de vaccinatie en het tijdstip waarop de varkens met de ziekteverwekker in contact komen. Vraag hierover advies aan uw dierenarts.
  • Hou rekening met maternale antistoffen: Biggen kunnen via de biest antistoffen van de zeug hebben gekregen, die vroege vaccinatie in de weg staan. Bij de timing van de vaccinatie moet hiermee rekening worden gehouden. Vraag hierover advies aan uw dierenarts.
  • Vermijd periodes van stress: Vaccineer niet in periodes van hoge stress (bijvoorbeeld bij het spenen of bij transport), omdat dit de immuunreactie kan verminderen.
  • Vaccineer geen zieke dieren
  • Dien booster doseringen op het juiste tijdstip toe: Sommige vaccins vereisen een tweede dosis om volledige bescherming te bereiken. Zorg ervoor dat boostersvaccinaties op het juiste moment en met de juiste tussentijd worden toegediend.

Tot slot komen we tot de vaccinatie zelf. Ook deze dient zorgvuldig te gebeuren om een optimaal effect te bekomen.

Denk daarbij aan:

  • Houd dieren op de juiste manier vast en behandel ze met zachtheid: Een rustige behandeling vermindert stress en zorgt voor een nauwkeurige dosering.
  • Dien het vaccin op de juiste manier toe en gebruik de juiste afmeting injectienaalden:
    • Dien de vaccins op de correcte manier toe: intramusculair, subcutaan of intradermaal. Volg daarbij de voorschriften zoals vermeld op de bijsluiter.
    • Intramusculaire injecties worden toegediend in de spieren, in de zone tussen het schouderblad en het oor. 
    • Gebruik de juiste naaldlengte en naalddiameter in functie van de leeftijd van de varkens: korter en fijner voor biggen en langer en dikker voor grotere varkens.
  • Verwissel de injectienaalden regelmatig: Vervang de naalden per toom of na 15- 20 varkens om ervoor te zorgen dat de naalden scherp zijn en dat eventuele overdracht van ziekten beperkt blijft.
  • Controleer de correcte dosering: Vergelijk de verbruikte vaccindoses met het aantal te vaccineren biggen tijdens de vaccinatiesessie.
  • Registreer de gegevens van de vaccinatiesessie: Houd gedetailleerde gegevens bij over het type vaccin, het batchnummer, de datum en de gevaccineerde dieren. Houd schriftelijk of digitaal bij wat er is toegediend, wanneer en aan welke groep. Dit helpt bij de traceerbaarheid en bij de evaluatie van het effect van de vaccinatie.

Tot slot geven we nog enkele laatste tips voor een succesvolle vaccinatie:

  • Werk samen met uw dierenarts om een vaccinatieprogramma op maat van uw bedrijf te ontwerpen.
  • Evalueer en actualiseer vaccinatieprotocollen regelmatig op basis van de actuele gezondheidssituatie op het bedrijf en van de ziekterisico's.
  • Beschouw vaccinatie als een investering in de gezondheid van uw varkens, niet als een routineklus.

Door deze goede vaccinatiepraktijken toe te passen kunnen varkenshouders de voordelen van vaccinatie maximaliseren, de gezondheid van hun varkens beschermen en de bedrijfsprestaties verbeteren.

Het Ceva Lung Program geeft antwoord.

Mycoplasma bacteriën, Circovirussen en andere ziekteverwekkers vormen een bedreiging voor de longgezondheid van uw varkens. Het Ceva Lung Program registreert de resultaten van longonderzoek in het slachthuis en levert objectieve meetresultaten voor een gerichte besluitvorming.

Meer dan 500 Nederlandse varkensbedrijven maakten al gebruik van het Ceva Lung Program om de longgezondheid van hun vleesvarkens in kaart te brengen.

Meer onderwerpen

Het Circovirus en Mycoplasma: identificeren, aanpakken en voorkomen

Lees verder

Hoesten of niezen de jonge biggen? Denk aan griep!

Lees verder

Luchtwegproblemen bij vleesvarkens: impact op karkasgewicht en vleeskwaliteit

Lees verder